DSC 4 verpulvert titelconcurrent Spijkenisse 2 met 6,5-1,5

DSC 4 heeft met een grote zege gewonnen van concurrent Spijkenisse 2 en met deze 3e zege op rij kunnen we er niet meer omheen: we doen mee voor het kampioenschap in de 5e klasse dit jaar! Deze keer leken we compleet, totdat een week van tevoren Lina aangaf dat ze toch was ingeroosterd op werk. Gelukkig vond ik al snel een goede invaller bereid om mee te doen in de vorm van Obaida Al-Assbahi. We waren tot op het bot gemotiveerd om een goed resultaat neer te zetten, want na de eerste twee overwinningen was dit de eerste titelkandidaat waar we tegen moesten spelen. Bij een goed resultaat zouden we bovenin mee kunnen blijven doen. En op deze dag viel werkelijk alles goed en onze kant op. Spijkenisse 2 trad aan met maar liefst 4 invallers en was dus enigszins verzwakt op komen dagen.

Obaida is dit jaar lid geworden van DSC en maakt indruk in de interne competitie en ook bij DSC 8 in de HSB competitie rijgt hij de overwinningen aan elkaar. Ondanks zijn relatief hoge startrating (1952) blijft het altijd lastig inschatten hoe goed iemand dan echt is, dus hij stond ‘voorzichtig’ opgesteld op het achtste bord. Dat zijn resultaten tot dusverre geen toeval zijn, bewees hij ook nu binnen no-time. Hij kreeg direct een gevaarlijk initiatief en won een pion. De cruciale fase van de partij brak aan in onderstaande stelling:

Obaida heeft net 16.Pg3 gespeeld, en dan is de vraag: kan zwart op f2 slaan? 16…Lxf2 faalt op 17.Kf1, dus 16…Txf2 werd gespeeld en nu speelde Obaida 17.d4?! Lijkt logisch, om de zwarte toren op te sluiten – en het werkte goed, want zijn tegenstander vervolgde met 17…exd4 en na 18. Kxf2 dxc3+ 19. Ke1 cxb2 20. Tb1 stond wit duidelijk beter. De partij was snel daarna afgelopen, want zwart probeerde zijn trots, de b2 pion te verdedigen met 20..Ld4, maar toen besliste Obaida met 21. Lxc6! Bxc6 22. Pf5+ met een dubbele aanval de partij, waarna zijn tegenstander zich met een les rijker en een illusie armer zich gedwongen voelde om de handdoek in de ring te gooien.

Echter, in plaats van 17…exd4 had zwart 17… Txb2! kunnen spelen, en omdat deze zet ook de witte loper aanvalt wordt het opeens heel double-edged. Wit kan ook hier een stuk voorsprong houden als hij materialistisch is en 18. Lxc6 spelen, maar dan krijgt zwart nu na 18..exd4 19. Ld5 dxc3 wel een hele gevaarlijke vrijpion (en 3 pionnen voor het stuk) en is het waarschijnlijk zwart die aan winstpogingen kan gaan denken.

Het leek echter al snel 1-1 te worden, want Ariël had zich misrekend in de opening. Hij dacht een centrumpion te winnen met zijn paard, maar hij overzag een paardvork van zijn tegenstander aan het einde van die line, waardoor hij een stuk achter kwam. Maar Ariël blijft altijd vechten en op initiatief spelen en het is niet voor het eerst dat hij uit mindere positie toch terug komt. En nu was het al een paar zetten later dat opeens zijn tegenstander gefrustreerd de zaal uit liep, want nu was hij het die had geblunderd en Ariël had opeens gewonnen! De objectieve evaluatie was echter dat Ariël wel materiaal terug won, maar zeker niet gewonnen stond:

Dit was de stelling na 19. Df3. Zwart staat hier natuurlijk compleet gewonnen en heeft een stuk meer en wit heeft geen compensatie. Zwart blunderde hier echter met 19…Dd5?? en Ariël speelde de mooie zet 20. Pd7! waarna zijn tegenstander opgaf. Na 20…Dxd7 21. Dxa8+ De8 22. Dxa7 heeft wit een toren en een pion tegen loper en paard en is het weer een spannende partij, maar natuurlijk niet direct gewonnen. Ariël’s tegenstander baalde echter zo van zijn blunder, dat de objectieve evaluatie even niet meer aan de orde was en we dus heel goed weg kwamen met een punt. 2-0 voor, dat was al een mooie, geruststellende voorsprong.

Op alle andere borden werd een stuk langer gestreden voor de punten. Sicco (2) kwam met zwart best goed uit de opening, zijn stukken waren misschien iets actiever dan die van zijn tegenstander, maar veel was het allemaal niet. Dames gingen snel van het bord, materiaal bleef gelijk en in onderstaande stelling, en ook met oog op de teamstand bood Sicco remise aan, hetgeen geaccepteerd werd:

Naast Ariël dacht ik dat ook Rob (5) een wat mindere stelling had (al was het wellicht nog wel binnen de remisemarges) – hij had wat minder ruimte dan zijn tegenstander en een zwakke geïsoleerde pion.

In deze stelling blunderde Rob’s tegenstander echter met 28. Tf1?? En zag volledig over het hoofd dat Rob met 27…Df5 een (relatief eenvoudig te pareren) matdreiging in de stelling had gebracht. Rob had toen uiteraard weinig moeite om het af te maken met 28…Dxh3 29. Lh2 Dxg2 mat. Het tweede punt dat we op een behoorlijk fortuinlijke manier kregen.

Het was toen 3,5-0,5 en het kon eigenlijk niet meer mis gaan, want Abel en ik stonden beide beter, Jaap’s partij leek behoorlijk in evenwicht en bij Charlie kon het nog alle kanten op.

Ik had deze keer zelf de eer om het beslissende punt te scoren:

In deze stelling heeft zwart zojuist 17..Pf6? gespeeld. De dreiging was dat ik met 18. f3 en 19. g4 zijn loper zou winnen, alleen nu komt zijn dame opeens in de problemen na 18. Pf3. Hij speelde nog 18…Dg4 19. Le2 Pe4 20. Pxe4 dxe4, maar na 21. Th4 win ik zijn dame, ten koste van een paard en een toren. In het resterende eindspel maakte mijn tegenstander nog een paar foutjes, waardoor ik al snel met mijn dame kon infiltreren, twee centrale vrijpionnen kon creëren en toen was de stelling onhoudbaar voor mijn tegenstander geworden.

Abel (6) wist hierna ook zijn partij in een vol punt om te zetten. Na de opening nam hij goed het initiatief en drukte zijn tegenstander in de verdediging. Hij behield knap de spanning in het centrum (ipv op een gegeven moment een pion te winnen, maar verder naar een eindspel af te wikkelen met pion meer. Dit kostte zijn tegenstander ook veel tijd om de dreigingen te blijven pareren en in onderstaande stelling gaf hij op, met weinig tijd nog over op de klok:

Abel heeft net 29. Te4 gespeeld en wil duidelijk iets gaan dreigen op de koningsvleugel. Zwart staat gedrongen en heeft weinig zetten om iets met tegenspel te dreigen. SF vindt het inventieve 29…Pc5 of 29…Pc7, waarna wit natuurlijk een paard kan winnen, maar zwart de loper op e6 terug wint, vanwege de dreiging van mat achter de paaltjes. Maar is niet heel eenvoudig te spotten met weinig tijd op de klok (en bovendien staat wit dan nog steeds gewonnen). Mooie, strakke pot van Abel en we liepen uit naar 5,5-0,5.

Bij Jaap (7) gingen al vrij snel de dames van het bord en kwamen de heren in een eindspel terecht. Heel misschien had Jaap aanspraak kunnen maken op een plusje vanwege betere pionnenstructuur; als hij iets had gewild had hij in onderstaande stelling waarschijnlijk 21…g6 moeten spelen:

Hij speelde 21…Lxf5 22.exf5 Pc5 en na ruil van beide torens was de pionnenstructuur van wit weer hersteld en was er een eindspel met paard en 7 pionnen beide. Hoewel zo’n paardeneindspel nog best tricky kan zijn en zeker niet automatisch remise is, konden Jaap en zijn tegenstander beide prima leven met remise en werd aldus overeen gekomen – de match was tenslotte toch al beslist in ons voordeel.

Charlie was als laatste nog bezig op bord tegen (veruit) de sterkste Spijkenissenaar (rating 2081) en dit was een schitterende partij die we heerlijk konden volgen. Ten eerste omdat Charlie gewoon echt lekker aan het spelen was, en ten tweede omdat er natuurlijk bij het volgen geen enkele stress meer kwam kijken, want de teamoverwinning was al (ruim) binnen. We komen erin na zet 25 van wit (axb4):

Hier besluit Charlie tot een kwaliteitsoffer, wat eigenlijk ook direct een dame-offer in zou houden met 25…Dxb4 26. Lh7+ Kxh7 27.Txc7 Dxb2. Nu is er geen weg meer terug na 28. Dd3+ g6 29. Tb1. Met 29…a3 gaf Charlie zijn dame op voor een sterke pion op b2: 30. Txb2 axb2 31. Pd2 (31. Pg1 was sterker geweest) Ta1+ 32. Pb1 Kg8 (om Txf7+ schaak te voorkomen, en niet eens zozeer omdat het een pion kost, maar als de toren redding kan gaan brengen op de onderste rij via f7-f1 is het wel klaar) 33. Dd1 en vond Charlie het prachtige 33…Lg4!! en dit is de stelling waar zijn tegenstander zo’n 20 minuten op heeft zitten broeden (en wij als toeschouwers ook). Heeft Charlie dan toch nog kansen om de partij in evenwicht te houden? Zou het kunnen dat hij zelfs beter staat? Wat kan wit eigenlijk doen?

Na lang in de denktank gezeten te hebben speelde zijn tegenstander de (relatief) beste zet 34. Dg1, waarna de heren na 34…Lf5 35. Pd2 Txg1+36. Kxg1 b1D+ 37. Pxb1 Lxb1 in een eindspel terecht kwamen met beide vier pionnen aan dezelfde vleugel, waar Charlie paard en loper had en zijn tegenstander een toren. Charlie probeerde het even, maar zag geen winstkansen en besloot 8 zetten later tot remise. Een heerlijk toetje van een fantastische schaakmiddag.

Na deze glorieuze dag op de Koornmarkt in Delft zonder ook maar 1 Delftse nederlaag (ook DSC 3 speelde thuis en won ruim met 6-2 met alleen maar overwinningen en remises) smaakte het eten en drinken in Cafe de V daarna uitstekend en konden we nagenieten van een mooie schaakdag. Nog één ronde te gaan voor de winterstop. We gaan onze koppositie dan uit tegen Sliedrecht proberen te verdedigen.


DSC Delft 4
RatingSpijkenisse 2RatingRonde 3
Hylarides, C.R. (Charlie Ronald)2006Buuren van, F. (Fabian)2081½ – ½
Drenthen, A. (Arjan)2020Suldin, S.S. (Serhii)01 – 0
Verwer, S.E. (Sicco)2037Sideras, K. (Kostandinos)1899½ – ½
Simón Sabsay, A. (Ariël)1885Meijer, W.M. (Wilmar)19061 – 0
Smits, R.C.M. (Rob)1850Koopman, R.P.E. (Richard)18911 – 0
Drenthen, A. (Abel)1906Meijer, P. (Patrick)18041 – 0
Koster de, J. (Jaap)1838Hubner, W.J.P. (Werner)1834½ – ½
Al-Assbahi, O. (Obaida)1952Buijck, F. (Frank)17411 – 0
Gemiddelde Rating:1937Gemiddelde Rating:18796½-1½